Op het schoolplein. geen gevaar zien
Coaching HSP/Autisme > Verhaaltjes autisme
Op het schoolplein (geen gevaar zien)
Het is pauze, de klas van Karlijn gaat naar buiten.
Je ziet dat de herfst begonnen is. Het schoolplein ligt vol met
bladeren.
Sommige kinderen gaan met een bezem de bladeren bij elkaar vegen.
Karlijn heeft daar geen zin in. Ook wil ze niet met andere kinderen
spelen. Ze gaat naar de andere kant van de speelplaats waar het rustig is. Net
om de hoek van het schoolgebouw.
Haar aandacht wordt getrokken door een kleine put die ze tussen de
bladeren ziet liggen. Karlijn loopt er naar toe, veegt de bladeren wat opzij.
Ze probeert door de gaten van het deksel te kijken. 

Er zitten allemaal kleine takjes en blaadjes in.
Ze kan niet zien wat
daar onder zit.
Karlijn wordt nieuwsgierig. Ze wil het putje open gaan maken.
In de buurt van Karlijn zijn een paar kinderen aan het vegen.
Ze zien dat Karlijn met iets bezig is. Nieuwsgierig lopen ze naar haar toe.
Ze vragen, “Wat ben jij aan het doen?“Ik wil kijken wat er onder in die
put zit,” zegt Karlijn.
Één van de kinderen
komt op haar knieën erbij zitten.
Het deksel is dik en zwaar. Met veel moeite krijgt Karlijn het voor
elkaar het putdekseltje te openen.
Doordat Karlijn uit het putje een paar takjes en blaadjes weghaalt, komt
er een vieze geur uit en er komen er allemaal diertjes tevoorschijn.
“Bah het stinkt.” Zegt een
jongetje. “Het water is zwart.” Zegt een ander jongetje.
“Dat zijn pissebedden,” zegt Karlijn. “Die zitten ook in de tuin van
mijn oma.”
Het meisje naast Karlijn ziet een pissebed en wil deze gaan pakken.
Ze
leunt met haar ene hand op de rand van het putje en pakt met haar andere hand de
pissebed. Het wriemelt tussen haar vingers.
Op dat moment gaat de schoolbel. Iedereen moet naar binnen, de pauze is
voorbij.
Zonder er bij na te denken geeft Karlijn het deksel een zet.
Deze komt daardoor hard op de hand van het meisje terecht.
Het meisje begint hard te huilen. Ze krijgt haar hand er moeilijk tussen
uit.
Karlijn weet niet wat ze met deze situatie moet. Ze kan ook niet in
voelen dat het meisje pijn heeft. Karlijn moet zelfs lachen.
De juffrouw komt op het gehuil af. Het meisje loopt tussen de jongetjes
in naar de juffrouw.
“Wat is hier aan de hand!”Vraagt de juffrouw verbaast.
De jongetjes zeggen: “Karlijn heeft het deksel van de put dicht gegooid
daardoor kwam haar hand er tussen te zitten.”
De hand van het meisje ziet rood en blauw.
Als de juffrouw met het meisje de klas binnen komt, vraagt ze Karlijn
bij zich.
“Karlijn, wat moest je bij dat putje? Kijk eens naar haar hand, kun je
mij vertellen hoe dat komt?”
Karlijn weet niets te vertellen en kijkt de andere kant op.
Het meisje is ontroostbaar. De juffrouw zegt tegen Karlijn:
“Karlijn, kijk me aan als ik tegen je praat.” Karlijn kijkt haar
eventjes aan en kijkt dan weer de andere kant op. Dan zegt de juffrouw: “Zeg
maar sorry tegen haar.” Maar Karlijn zegt niets. Ze vertrekt geen spier op haar
gezicht.
Karlijn is met haar gedachten met iets anders bezig. Ze vraagt ineens “mag
ik in de poppenhoek spelen.
De juffrouw is verbaasd van haar reactie. Ze ziet in dat ze niet tot
Karlijn kan doordringen. “Nee Karlijn, ga maar op je plaats zitten. Je mag nu
niet in de poppenhoek spelen.” Zegt de juffrouw.
De juffrouw laat het meisje nog een tijdje op haar schoot zodat het
meisje tot rust kan komen.
Als de juffrouw met hen klaar is gaat Karlijn afleiding zoeken in de
poppenhoek van de klas en zondert zich af.
Geschreven door: Martine de Waart
Geïllustreerd door: Carmina Carrasco Gonzalez